Blaasontsteking bij hond en kat
Een blaasontsteking komt bij de hond en de kat regelmatig voor. Bij de hond zien we veelal een blaasinfectie met een bacteriële oorzaak. Dit zijn voornamelijk teven. Bij katten is een bacteriële blaasinfectie zeldzaam. De urine van een kat is geconcentreerder dan die van de hond, waardoor bacteriën niet goed kunnen overleven. Oudere poezen kunnen soms het vermogen om urine te concentreren verliezen en kunnen zodoende makkelijker een blaasinfectie krijgen, met een bacterie als veroorzaker.
Symptomen
De symptomen kunnen verschillen per dier, maar kunnen mogelijk zijn:
- frequent plassen
- kleine hoeveelheden plassen
- pijnuitingen bij het plassen
- bloed bij de urine
- stinkende urine
- troebele urine
Diagnose
De diagnose kan gesteld worden aan de hand van de anamnese, het klinisch onderzoek en een urine-onderzoek. Bij een bacteriële blaasinfectie (bij de hond, teef, vaak het geval) is het belangrijk te weten welke bacterie de blaasontsteking veroorzaakt. Het advies is dan om een bacteriekweek, met gevoeligheidsbepaling voor een eventueel antibiotica, te doen. In sommige gevallen is het noodzakelijk een onderliggende oorzaak voor de blaasontsteking uit te sluiten. De meest voorkomende is bijvoorbeeld een blaassteen. Hiertoe wordt vaak een echo van de blaas uitgevoerd.
Behandeling
Bij de kat is een behandeling met pijnstillers vaak voldoende. Bij de hond wordt, naast een pijnstiller, vaak een antibioticumtherapie gestart. Na de behandeling moet het urineonderzoek herhaald worden op de laatste dag van de antibioticatherapie.